Bingewatchen

Netflix, HBO en Disney+ kwamen de Nederlandse huiskamers binnen en namen ook een nieuw werkwoord mee: bingewatchen. Maar hoe schrijf je dat eigenlijk, ik heb gebingewatcht? Zo dus!

Hoe vervoeg je het werkwoord bingewatchen?

Het werkwoord bingewatchen vervoeg je als volgt:

tegenwoordige tijd
ik bingewatch
jij bingewatcht
hij/zij/het bingewatcht

wij / jullie / zij bingewatchen

verleden tijd
ik/jij/hij/zij/het bingewatchte
wij/jullie/zij bingewatchten

voltooid deelwoord
gebingewatcht

tegenwoordig deelwoord
bingewatchend

Herkomst van bingewatchen

Bingewatchen komt van bingen: overmatig eten of drinken. Een binge (zelfstandig naamwoord) is in het Engels een heftige eetbui of een drankgelag. Deze betekenis heeft zich uitgebreid naar andere zaken. En zo ontstonden termen als binge-buying (extreem veel kopen) en bingewatching (lang achter elkaar naar een scherm kijken).

Nederlandse variant van bingewatchen

Het Nederlands kent de termen comakijken (afgeleid van comazuipen) en marathonkijken. Toch zijn deze termen niet zo gangbaar geworden als bingewatchen.

Voorbeeldzinnen met bingewatchen

  1. Thijs heeft afgelopen week alleen maar Fargo gebingewatcht.
  2. Ik kijk nooit meer naar normale tv, ik bingewatch alleen nog series.
  3. Wij bingewatchten vroeger al, maar dan met dvd’s en videobanden