‘Te veel’ en ’te veel’ komen allebei voor in het Nederlands. Op deze pagina leggen we je uit wanneer je welke vorm gebruikt.
Wanneer schrijf je ’te veel’ los?
‘Te veel’ schrijf je los van elkaar wanneer je bedoelt: overdreven veel, meer dan nodig. Bijvoorbeeld:
1. Ik heb te veel karnemelk gedronken.
2. Dat gedoe wordt me echt te veel.
3. Vind je ook niet dat er veel te veel gekletst wordt?
4. Het is echt te veel om op te noemen.
In deze voorbeelden gebruik je een telwoord (veel), dat wordt versterkt door een bijwoord (te). Je had hier bijvoorbeeld ook ’te weinig’ kunnen gebruiken – en dat schrijf je ook los.
Wanneer schrijf je ’teveel’ aan elkaar?
Je schrijft ’teveel’ aan elkaar wanneer je een overschot bedoelt. ‘Teveel’ is dan een zelfstandig naamwoord. Je kunt dit vaak herkennen doordat er ‘een’ of ‘het’ voor staat.
1. Bij een buikwandcorrectie snijdt de chirurg het teveel aan huid weg.
2. Een teveel aan keuzes kan het voor de consument lastig maken.
Vergelijkbare woorden
Er zijn nog meer vormen die op dezelfde manier werken:
Te kort / tekort
- We bleven helaas te kort om de uitreiking mee te kunnen maken.
- Door een groeiend tekort aan arbeidskrachten dreigt er schaarste.
Te goed / tegoed
- FC Utrecht bleek helaas te goed voor de amateurs van VV Arnemuiden.
- Mijn tegoed bij de bank is inmiddels op.
Uitzondering bij tegoed
‘Tegoed’ schrijf je aan elkaar wanneer je een van deze uitdrukkingen gebruikt:
– zich tegoed doen
– tegoed hebben
– tegoed houden
Dus:
1. Ze deden zich tegoed aan allerlei lekkere hapjes.
2. Heb je nog iets van hem tegoed?
3. Dat uitstapje houd je nog van me tegoed!